De Europese Commissie vermoedde dat er sprake was van ongeoorloofde Nederlandse staatssteun aan Starbucks. Het Europese Hof heeft de Europese commissie nu in het ongelijk gesteld. Starbucks zou onzakelijk lage winst maken (en dus minder belasting betalen) in Nederland, doordat Starbucks relatief duur koffiebonen en kennis inkocht van haar buitenlandse vestigingen. Starbucks had hiervoor echter toestemming gekregen van de Nederlandse Belastingdienst in een zogeheten Advance Pricing Agreement. De Commissie heeft twee maanden om in beroep te gaan.