Op 8 juli 2022 heeft de staatssecretaris van Financiën de goedkeuring voor de toepassing van de vrijstellingsmethode voor bestuurders- en commissarisbeloningen ingetrokken.

Voor ingezetenen van Nederland die een dergelijke beloning ontvangen van een buiten Nederland gevestigde entiteit kan dit een financieel nadeel opleveren.

Wat is hier aan de hand?

Ingezetenen van Nederland vermelden hun wereldinkomen in hun Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, waaronder hun eventuele beloningen als bestuurder of commissaris bij buitenlandse entiteiten.

Deze beloningen zullen doorgaans ook belast worden in het land van vestiging van de buitenlandse entiteit. Ter voorkoming van dubbele heffing (dezelfde beloning in zowel Nederland als in het buitenland belast) heeft Nederland met veel landen belastingverdragen gesloten. In de meeste verdragen past Nederland deze voorkoming toe door toe te staan dat de buitenlandse belasting verrekend mag worden met de over het wereldinkomen verschuldigde Nederlandse belasting (credit- of verrekenmethode).
Aldus betaalt de bestuurder of commissaris effectief (in de meeste situaties) het Nederlandse tarief over de betreffende beloning.

In een besluit van 18 juli 2008 heeft de staatssecretaris echter goedgekeurd dat bestuurders en commissarissen -onder voorwaarden- met betrekking tot hun in het buitenland verkregen beloningen de zogenaamde vrijstellingsmethode mogen toepassen.
Voor veel bestuurders en commissarissen heeft deze goedkeuring een gunstig effect op de totale belastingdruk, namelijk wanneer de gemiddelde belastingdruk in het buitenland lager is dan de gemiddelde Nederlandse belastingdruk op het wereldinkomen.

Bij ministerieel besluit van 8 juli jl. heeft de staatssecretaris laten weten dat hij zijn goedkeuring per 1 januari 2023 intrekt. Dat betekent dat vanaf die datum de vrijstellingsmethode niet meer kan worden toegepast in situaties waarvoor volgens het betreffende belastingverdrag de verrekenmethode geldt.
Voor beloningen van bestuurders en commissarissen die tot en met 2022 fiscaal zijn genoten, kan de vrijstelling dus nog wel worden toegepast.

In bepaalde situaties blijft de vrijstellingsmethode overigens van toepassing, namelijk voor die landen waarmee in het betreffende belastingverdrag deze methode specifiek is voorgeschreven, zoals in de verdragen met Luxemburg, Singapore en Spanje.

In andere situaties kan de intrekking van het besluit dus nadelig uitpakken.

De experts van LIMES adviseren u graag over de impact van de intrekking van dit besluit en eventueel te nemen maatregelen.